6. 1993: Een bewogen jaar

Om een burgeroorlog uit te lokken werd op 10 april 1993 de grote vrijheidsheld van het ANC Chris Hani vermoord. Voor Mandela was de makkelijkste optie om een burgeroorlog te beginnen. De moeilijkste optie was echter om de zwarte bevolking op te roepen tot zelfbeheersing, een beroep te doen op de woedende massa om de emoties van het moment opzij te zetten en om het grotere doel te blijven zien. In een nationale radio- en Tv-toespraak  riep hij als de vader van een net vermoorde zoon de natie op om de vrede te bewaren en voort te gaan op de weg van een gekozen volksregering. Hij was op dat moment de enige persoon in Zuid-Afrika met de macht om dat te doen.

Later in 1993 vond een grote demonstratie plaats van ontevreden Afrikaners vlak bij Johannesburg. Dezen leefden onder de verwachting dat, zodra de zwarten aan de macht kwamen, deze de blanken als slaven zouden behandelen zoals zij door de blanken waren behandeld. De aanwezigen keerden zich tegen het ‘onheilige verbond’ tussen Mandela en president de Klerk en namen zich voor een onafhankelijke Afrikaner staat te scheppen binnen de bestaande grenzen van Zuid-Afrika.

Om een vrijwel zekere burgeroorlog af te wenden werden daarom ook gesprekken opgestart tussen het ANC en het (extreem) rechtse Afrikaner ‘Volksfront’. Dit Volksfront was bezig  om het onderhandelingsproces te frustreren en de aanstaande verkiezingen o.m. met bomaanslagen te voorkomen. Het was zelfs van plan om een staatsgreep te plegen op grond van hun vuurkracht en militair opgeleide mensen. Het Volksfront wilde onder geen beding onderhandelingen voeren met de blanke regering die het beschouwde als verraders. In de onderhandelingen met Mandela realiseerde het Volksfront zich echter dat bij een militaire confrontatie er geen winnaars zouden zijn. Dit begrip vormde de basis voor verdere onderhandelingen. Uiteindelijk kwamen ze ook overeen om geen aparte boerenstaat te vormen.

mandela and de klerk.jpg

Mandela’s uiteindelijke strategie richtte zich op het verzoenen van de blanke angst met de zwarte idealen (1 man 1 stem). De blanken wilden de garantie dat de zwarten de blanken niet gingen overheersen. Gestreefd werd naar een oplossing waarmee zowel de blanken als de zwarten konden leven. Hierin ontpopte Mandela zich als een begaafde manipulator van massasentiment. Hij gaf steeds aan dat hij niet met wraakgevoelens uit de gevangenis was gekomen en dat de Afrikaners de sleutel tot duurzame vrede in Zuid-Afrika hadden. Hij spande zich er voor in de angst van de blanken weg te nemen, o.m. door hen steeds respectvol te behandelen. Dat deed hij ook door niet de taal van relschoppers te spreken.

Om de angst van de blanken weg te nemen en het te stimuleren de nieuwe orde te aanvaarden ontstond het idee om de sport weer te gebruiken, nu niet meer als politieke stok, maar als wortel. De sport werd zodoende gebruikt als werktuig voor verandering. Met name het toestaan van internationale rugbywedstrijden werd gezien als een instrument van verzoening. Dit ging zelfs zo ver dat in januari 1993 door de Internationale Rugbyfederatie werd besloten dat Zuid-Afrika het Wereldkampioenschap Rugby 1995 mocht organiseren. Mandela wilde van deze unieke gelegenheid gebruik maken om de Afrikaners te stimuleren op de trein van de democratie te springen. De sport werd zodoende gebruikt om de natie op te bouwen en om al die ideeën te verspreiden die uiteindelijk zouden leiden naar vrede en stabiliteit in het land.

Maar er vonden dat jaar meer positieve gebeurtenissen voor de zwarte bevolking plaats: voor de 1e keer in de geschiedenis werd een zwarte vrouw gekroond tot Miss Zuid-Afrika en aan Mandela en president de Klerk werd de Nobelprijs voor de vrede toegekend. Eind 1993 werden de onderhandelingen tussen president de Klerk en Mandela afgesloten met de overeenkomst dat de eerste vrije verkiezingen op 27 april 1994 zouden worden gehouden. Overeengekomen werd dat de president afkomstig zou zijn uit de grootste partij, de samenstelling van de regering een afspiegeling moest zijn van de stemverdeling over alle partijen en dat blanke ambtenaren en militairen hun baan niet zouden verliezen en blanke boeren hun grond niet hoefden af te staan. Ook zou er geen afrekening komen in de stijl van de processen van Neurenberg.